Skip to main content
Geen onderdeel van een categorie

Gerard Schenkelaars: “Ook bij inlenen geldt: recht is recht en krom is krom”

By 10/01/2021juli 24th, 2023No Comments
Home Gerard Schenkelaars: “Ook bij inlenen geldt: recht is recht en krom is krom”

Gerard Schenkelaars: “Ook bij inlenen geldt: recht is recht en krom is krom”

10/01/2021 | Leestijd: 6 minuten

Senior projectleider Gerard Schenkelaars is specialist in afbouw en werkt al bijna 20 jaar intensief samen met Haldu Groep. Eerst rechtstreeks met Hans van Hal en nu met een directe hotline naar zijn opvolger Danny van Hal. “Wat ik heel sterk vind, is dat Haldu Groep na de overname haar eigen manier van werken heeft behouden. Want die manier van werken is toch de reden waarom ik al zolang met hen samenwerk.”

Momenteel werkt Gerard door heel Nederland als zelfstandig senior projectleider voor twee opdrachtgevers: Van Vonderen Interior Contractors en Schuurmans Afbouw. “Afbouw is mijn specialisme. Beide bedrijven voeren exact hetzelfde werk uit en ook doe ik voor beide bedrijven zaken met Haldu Groep.”

Afbouw, legt Gerard uit, is cruciaal voor de fase van de binnenbouw. “Zowel Van Vonderen als Schuurmans is toonaangevend als het erop aankomt om samen met de aannemer de afgesproken planning te realiseren. De tijd dat je meer ruimte in je planning had, is echt voorbij. We werken nu toch wel standaard met gespannen termijnen.”

Voortdurend doorgegroeid

Gerard wordt dit jaar 60 jaar en begon op zijn 17e in de bouw. “Ik ben voortdurend doorgegroeid en nu dus senior projectleider in de afbouw.” Gerard werkte altijd in Nederland, maar maakte ook een uitstapje van vier jaar naar de afbouw in Indonesië, tussen 1997 en 2001. “Daardoor spreek ik vloeiend Maleis.” Indonesië was een leerzame ervaring, geeft Gerard aan. “Ik heb veel gezien en opgestoken. Je leert al je aannames te laten vallen en je over te geven aan een compleet andere cultuur.”

Uiteraard doet Gerard als senior projectleider het afbouwwerk niet meer zelf. “Maar niemand hoeft mij nog te vertellen hoe je dit werk moet doen. Ook ben ik niet te beroerd om de collega’s het werk voor te doen, als het moet. Ik heb dan wel drie weken spierpijn, maar dat vertel ik niemand, hahaha!”

Balans tussen kwaliteit en kwantiteit

Als senior projectleider in de afbouw ligt het accent van het werk van Gerard op zaken als de juiste personeelsinzet en budgettering. “Inzettechnisch heb ik een behoorlijke vinger aan de pols. De aanvoer van materialen is de verantwoording van de werkvoorbereider. Niet voor niets zei mijn moeder altijd: ‘je moet de problemen daar laten waar ze thuishoren.’”

Voor zijn afbouwteams selecteert Gerard zijn mensen streng. “Het is toch echt een vak apart. Kijk, van de buitenkant lijkt het misschien simpel om in de afbouw te werken. Maar de kneepjes, technieken en know how zijn cruciaal voor een goed product. Het gaat in deze discipline vooral om timmerlieden die zowel kwaliteit als kwantiteit leveren. Je moet meters kunnen maken en dat ook nog eens netjes en hoogstaand doen. Dat kan niet iedereen, je moet het in de vingers hebben.”

Trots op projecten

Gerard begeleidde inmiddels onnoemelijk veel projecten. Waar is hij voorbeeld bijzonder trots op? “Het Pontsteigergebouw in Amsterdam. Een groot werk van Schuurmans Afbouw qua omvang en ook nog eens met een gigantische hoge kwaliteit in de uitvoering van de afbouw. Hierin kwam samen wat ik zojuist noemde als onderscheidend element in de afbouw: meters kunnen maken met de hoogst haalbare kwaliteit.”

Ook is Gerard trots op een project dat hij uitvoerde voor Van Vonderen Interior Contractors. “De Tapijnkazerne in Maastricht, een oude kazerne die is omgebouwd tot school. Evenals het Pontsteigergebouw een complex werk. Ik ben graag van de moeilijke en grote werken en daar weten de opdrachtgevers mij voor te vinden.” Op beide voorbeeldprojecten waren medewerkers van Haldu Groep aan het werk.

Stagnatie door corona

De afbouwprojecten die Gerard doet liggen boven de miljoen euro en steevast werkt hij met teams van 10 tot 30 vaklieden. “Beide bedrijven waar ik voor werk, hebben een vaste kern van eigen mensen, een vaste kern van Nederlandse ZZP’ers en tot slot de aanvulling daarop vanuit onder andere Haldu Groep met veelal buitenlandse vakkrachten. Vroeger waren dat vooral Duitsers, nu komen ze veelal uit Oost-Europa. Momenteel, door corona, zijn we veel van deze buitenlandse vakkrachten voor langere tijd kwijt, omdat zij naar huis zijn teruggekeerd. Door de momenteel gesloten grenzen kunnen ze niet terug naar ons en dus niet aan het werk. In die zin is corona wel een probleem.”

Aandacht voor opleiding en communicatie

Of de buitenlandse vakkrachten hun werk net zo goed doen als Nederlandse collega’s is puur een kwestie van opleiden, vindt Gerard. “Haldu Groep kan hier een rol in spelen, maar in mijn specifieke geval lag en ligt dat opleidingsinitiatief ook heel sterk bij mij. Mensen uit een andere cultuur en achtergrond moet je toch heel gericht sturen naar de Nederlandse markt en daarvoor opleiden. Daar steek ik zelf nog steeds veel energie in.”

Los van het vakmanschap kan natuurlijk ook de taalbarrière een rol spelen op de bouw, vooral een issue als het gaat om veiligheid. Hoe kijkt Gerard daar tegenaan? “Alle richtlijnen die ook gelden voor de buitenlandse vaklieden, zoals het arbo convenant, zijn door Haldu Groep in praktisch alle talen vertaald en beschikbaar gesteld op de bouwplaats. Die informatie is goed verzorgd en toegankelijk. Daar schort het niet aan. Hebben wij als opdrachtgever zelf aanpassingen in richtlijnen? Dan pakt Haldu Groep dat direct op en worden die ook in hun eigen taal met de werknemers gecommuniceerd. Wij zijn als Nederlanders gemiddeld behoorlijk wat talen machtig, ikzelf meerdere. Maar dat geldt beslist niet voor Roemenen, Hongaren, noem maar op. Dus ons eigen Engels en Duits moet goed zijn, wil je een professionele sturing aan deze jongens kunnen geven. De communicatie met je buitenlandse vakkrachten is essentieel, maar dat geldt uiteraard ook voor je Nederlandse vakkrachten.”

Haldu Groep: een gedegen onderneming

Gerard werkt al bijna 20 jaar met Haldu Groep. “Het is een uitzendorganisatie die alles op orde heeft. Denk aan de rechten en plichten voor de werknemers en bijvoorbeeld ook een deugdelijke huisvesting. Van groot belang, want de markt telt ook veel, zeg maar, ‘creatieve’ uitzendbureaus. Maar dat is Haldu Groep absoluut niet. Ik waardeer hen als een gedegen onderneming.” Gerard is van de korte lijnen. “Voorheen deed ik altijd rechtstreeks zaken met Hans van Hal en nu met Danny van Hal, zijn opvolger. Ik ben, denk ik, nog één van de weinige klanten die rechtstreeks met de directie overlegt over de inzet van vaklieden. Dat geeft aan hoe de sfeer en werkwijze zijn.”

Gerard merkt dat, ook na de overname, Haldu Groep gestaag voortbouwt op haar bestaande strategie. “Dat waardeer ik, die continuïteit.” Wel beschouwt Gerard zich als één van de meest kritische klanten. “Daar ben ik ook heel resoluut in. Binnen een halve dag zie ik of een nieuwe vakkracht voldoet. Hoe ik dat kan zien? Houding, gedrag en de manier van werken en communiceren. Recht is recht en krom is krom.”

Veel veranderingen

Gerard ziet veel personele veranderingen in de bouw. “Neem mijn werk als projectleider. Dat is een uitstervend ras, daar lopen er nog maar heel weinig van rond. Maar ook de vaklieden zelf staan onder druk. De aanwas van jongeren is er niet tot nauwelijks. Zij zijn niet te motiveren om voor de bouw te kiezen, een groot probleem. Ik begrijp daarom goed dat we moeten inzetten op buitenlandse vaklieden. Zij komen hier om voor hun centen te werken en je moet ze een kans geven. Ze verdienen ons respect, want dat is voor hen ook een vorm van beloning.”

Gerard schakelt via Haldu Groep inmiddels structureel buitenlandse werknemers in. We moeten wel, want Nederlandse vakmensen vergrijzen in hoog tempo en de instroom is te gering. Ik werk al lang samen met Haldu Groep, ben tevreden, maar ben tegelijkertijd ook kritisch over wie ik selecteer en inhuur. Je mag selectief zijn. Haldu Groep filtert, maar vervolgens mag je dat uiteraard ook zelf doen.”

Visie op toekomst

Uiteraard kijkt ook Gerard naar de ontwikkelingen op de Nederlandse bouwmarkt. Neem het tekort aan woonhuizen. Dat is gigantisch en loopt door de verlammende werking van corona alleen maar verder op. Hoe ziet hij de naaste toekomst? “Ik voorzie helaas geen snelle opleving. We zullen nog lang blijven kwakkelen, vrees ik. We zijn afhankelijk van banken en investeringsmaatschappijen en dus geld. Laat ik het maar zeggen zoals het is. Ik vermoed dat investeerders naar aanleiding van corona de komende tijd afwachtend zullen zijn. Dan praat ik niet over een jaar, maar langer. Het wordt vissen in dezelfde vijver, goed op je tellen passen en alert zijn om in deze situatie een graantje mee te kunnen meepikken.”

Goed voornemen

Gerard wordt dit jaar zestig en is voornemens iets minder te gaan werken. “Ik maak nog steeds 70 tot 80 uur in de week. Eigenlijk wil ik naar 50, 60 uur in de week. Eerlijk gezegd wordt het ook tijd dat ik eens een hobby ga zoeken, die heb ik te weinig!”