Column: Onze buitenlandse vaklieden? Een vitaal beroep!
18/12/2020 | Leestijd: 3 minuten
2020 loopt op z’n einde en we kunnen feitelijke conclusies trekken. Het was voor de bouwsector een minder jaar, deels door corona en deels door de stikstofproblematiek. Tegelijkertijd sijpelen er bemoedigende geluiden door. U las het in oktober vast ook in de media: de economie veert deels terug van corona met een groei van 7,7% in het derde kwartaal van 2020. Nederlandse bouwbedrijven waren in september voor het eerst sinds het uitbreken van de coronacrisis per saldo weer optimistisch gestemd.
Positieve signalen
Ook vanuit Haldu Groep kan ik u positieve signalen melden. Neem de start van het prestigieuze project de Nieuwe Sluis in Terneuzen. Voor dit beeldbepalende civieltechnische werk mogen wij hooggespecialiseerde timmerlieden leveren. En ook de orderportefeuilles van onze andere opdrachtgevers voor 2021 lopen nu al stevig vol. Sterker nog: we hebben een opdrachtgever die voor 2021 een dubbele personeelsbezetting verwacht ten opzichte van het coronajaar 2020.
Genoeg werk, maar minder vakmensen
Deze gezonde orderportefeuille presenteert ons wel een uitdaging van formaat. In een jarenlang proces van nauwgezet werven en selecteren hebben we het neusje van de zalm van de buitenlandse vakkrachten aan Haldu Groep weten te binden. Inmiddels alom erkend op talloze bouwlocaties in Nederland als onmisbare collega’s. Zij leveren met hun expertise niet alleen een bouwtechnische vakprestatie, maar ook een wezenlijke bijdrage aan onze economie. Echter, veel van hen zijn naar huis gereisd door corona. Zij kiezen ervoor tijdelijk in eigen land te werken voor een lager loon, bij hun gezin te zijn en zo min mogelijk te reizen. En ik kan deze gewaardeerde collega’s geen ongelijk geven.
Uitdaging met buitenlandse vakmensen
Maar waar de Nederlandse vakkrachten straks op 4 januari 2021 weer probleemloos aan het werk kunnen op uw bouwproject, staat onze buitenlandse vakkrachten een heel ander traject te wachten. Als zij terugkeren naar Nederland, na een stevige lockdown in hun eigen land, dan staat Nederland wellicht op oranje of misschien zelfs rood. Voordat zij ook maar één steen metselen of plank zagen moeten zij eerst door een administratieve procedure heen van testen en afwachten. Dit kost tijd en geld. En bij rood komen zij er geeneens in! Terwijl hun Nederlandse collega’s op 4 januari probleemloos weer aan de slag kunnen. Het enige verschil is dat onze buitenlandse vakkrachten 1000 kilometer verderop hebben doorgebracht.
Bouwvakkers? Een vitaal beroep!
Ik maak mij oprecht zorgen over deze verwachte situatie en wil ervoor pleiten dat de Nederlandse overheid dit economische en personele belang ziet, anders kan het ineens in het nieuwe jaar beangstigend stil worden op bouwprojecten. Terwijl we weten dat er nu geen projectlocaties meer dicht gaan zoals in de eerste lockdown. Laat ik het zo zeggen: deze buitenlandse vakkrachten komen hier niet om te skiën, maar om keiharde euro’s bij te dragen aan de Nederlandse economie. In mijn én in hun beleving een vitaal beroep! Vitaal voor onze economie, vitaal voor hen omdat zij er hun gezinnen mee onderhouden.
De overheid is aan zet
Voor 2021 heb ik twee begrotingsscenario’s gemaakt: één waarbij de gevolgen van corona nog een halfjaar duren en één waarbij corona heel 2021 domineert. Ik hoop van harte dat de overheid een verstandige keuze weet te maken voor ook onze economie in deze pandemie. Zodat ik het tweede scenario kan versnipperen.
Ik wens u alvast een fijne kerst toe, onder welke omstandigheden dan ook. Graag ontmoet ik u in 2021 onder andere omstandigheden dan in 2020. We kunnen daar samen aan bijdragen in een goede balans tussen veiligheid en economisch belang. Ik weet zeker dat we die samen kunnen vinden, ik hoop de overheid ook!